
Begin jaren 80 kreeg Bert de kans om bij Jan Santman te werken. Jan, die het vak bij Paul Max Möller in Amsterdam leerde, had zich in de jaren ‘70 van de vorige eeuw (vlak bij Bert zijn geboortedorp Vries) in Beilen in de provincie Drenthe als zelfstandig vioolbouwer gevestigd. Hij moedigde Bert aan om verder te kijken en op zoek te gaan naar een werkplaats in het buitenland, vooral Frankrijk. Daar, zei hij, leer je het vak met handelingssnelheid te combineren. Alhoewel Bert niet eens zoveel tijd bij Jan heeft doorgebracht, was diens invloed op z’n carrière bijzonder groot.
Bij Jean-Jacques Pagès vond Bert zo’n werkplek. (Zelf is Jean-Jacques vele jaren werkzaam geweest bij Etienne Vatelot in Parijs, voordat hij zich in Mirecourt vestigde). Van begin 1986 tot eind 1988 heeft Bert zich daar de Franse vioolbouw traditie, die zo bekend is over de hele wereld, eigen gemaakt. Na 3 jaar werd het wederom tijd verder te kijken.
Bert’s voorkeur voor Oude Muziek en historische strijkinstrumenten leidde hem naar Reinhard Ossenbrunner. Bij hem kon Bert in 1989 beginnen als gezel. Het bleken buitengewoon vruchtbare jaren te zijn, waar hij definitief viel voor de Oude Muziek en alles wat daar mee te maken heeft. Vooral de Viola da Gamba familie werd zijn grote passie. In bijna 3 jaar stoomde Reinhardt hem klaar, eerst in Altwistedt (bij Bremen) en later in Keulen, om als zelfstandig vioolbouwer verder te gaan.
opende Bert in 1991 de deuren van zijn werkplaats. Sindsdien hebben vele instrumenten de weg naar enthousiaste musici, zowel amateur als professioneel, gevonden.
Door de vele opmetingen en studies van instrumenten (bv. discantgamba) in musea en privé collecties heeft Bert een eigen bouwstijl kunnen ontwikkelen. Zo kan hij (binnen de gegeven historische kaders) uw wensen aangaande klank en speeleigenschappen omzetten in een op de klant toegesneden instrument.
Wel in overleg natuurlijk, want Bert zijn eigen ideeën en voorkeuren blijven een belangrijke rol spelen binnen de samenwerking tussen bouwer en musicus.
Het resultaat wordt een instrument, dat zowel de individuele wensen van de speler als de zienswijze van de bouwer respecteert.